donderdag 9 februari 2017

Dag 16 – Zondag 31 juli

Na een nacht met veel geworstel met slaapzakken, vestjes als kussens en benauwdheid worden we gewekt door het vrolijke geloei van koeien. We staan een beetje duf en rustig op en gaan in het plaatsje op zoek naar iets waar we kunnen ontbijten. We hadden eigenlijk bij de bakery willen ontbijten, maar die is dicht op zondag. Uiteindelijk wordt het The Runnings Bears, waar we lang in de rij moeten wachten. We besluiten ter plekke dat we morgen maar bij de huisjes gaan ontbijten, want hier gaat te veel tijd in zitten.

Pas over twaalven rijden we Yellowstone NP weer in. Als eerste op de planning staat het Midway Geyser Basin, waar ook het beroemde Grand Prismatic Spring ligt. Dat is dat felgekleurde stomende meer dat je vaak op reclamefoto’s van Yellowstone ziet. Als we aankomen, zien we dat de parkeerplaatsen al overvol staan. Hele busladingen Japanners worden af en aan gevoerd. We parkeren een stukje verderop. Via de rivier lopen we richting het wandelpad, dat uit allerlei bruggetjes en steigers (boardwalks) bestaat.








We lopen eerst naar boven over trappetjes en komen bij een enorme krater met heel erg blauw, helder water. Het borrelt en pruttelt aan alle kanten en er komt veel stoom van af. Dan lopen we nog langs een paar hele mooie poeltjes met gekleurd water. Overal om je heen zie en voel je stoom. Je ruikt het ook, alles ruikt naar zwavel en rotte eieren.






Dan komen we bij Grand Prismatic Pool. En wow… wat is het adembenemend, ontzettend, geweldig, oogverblindend (*vul hier een superlatief naar keuze in) mooi en gaaf!!! Zo veel kleuren, die elke minuut weer anders lijken. Hier kun je dagenlang foto’s maken, en geeneen foto is dan hetzelfde. We blijven een hele tijd kijken en foto’s maken. Zelfs de kinderen zijn er helemaal vol van, zo indrukwekkend. Af en toe komt er een harde windvlaag en sta je zelf midden tussen de hete stoomwolken. Ronald zegt dat zijn onderbroek gelijk schoon gestoomd is ;)  Als we verder lopen, komen we aan de andere kant van de krater uit. Daar zie je gelijk wat het resultaat is van de rukwinden: er liggen heel veel hoedjes in de krater. Ook zien we twee van de Japanse parapluutjes liggen.













Na een plaspauze (weer van die smerige gaten in de grond) rijden we verder. Het plan is om richting het noordoosten te rijden, naar Norris. Onderweg zien we een bordje naar een waterval wijzen. Dat vinden we ook wel mooi om te zien. We besluiten het kleine stukje naar de waterval te wandelen. Inderdaad, het uitzicht is mooi. Een mooie brede waterval die door een ruige kloof klettert.









We besluiten om Norris op het lijstje te zetten voor overmorgen, dan rijden we er langs als we naar het andere huisje verhuizen. Nu maken we een laatste stop bij de Artist Paintpots. Dat is een leuke, makkelijke wandeling van bijna twee kilometer. Eerst lopen we een stukje vlak door het bos. Dan komen we weer bij boardwalks uit. Die lopen langs allerlei kleine geisertjes, die spuiten, pruttelen, borrelen, sissen en bubbelen. Een leuk gezicht.

Verderop moeten we een stuk de berg op klimmen en zie je alles van bovenaf. Ook daarboven zijn weer allemaal kleine geisers. De kids vinden het helemaal leuk om steeds naar de volgende put te gaan en te kijken wat die weer doet. Ze zien heksenketels, soepjes, schetenlaters (zegt Tim) en moddergooiers. Die laatste is trouwens erg leuk. Dat zijn geiserputten met een laag grijze, dikke modder er in die ligt te pruttelen. Af en toe wordt er eentje heel enhousiast en gooit opeens flinke klodders modder de lucht in. De kinderen moeten er steeds om lachen. Als we ongeveer halverwege zijn, zien we van een afstandje een hele zwarte lucht op ons af komen. Oh oh! Het laatste stuk zetten we even de turbo aan, want die bui willen we niet op onze hoofden hebben! We duiken snel de auto in, maar het onweer breekt pas los als we weer in het stadje aankomen.











Onderweg praten we net over dat we nog weinig wildlife hebben gezien, roept Bas opeens: “hee, ik zie een dier! Een soort wolf-hond ofzo!” We kijken naar buiten, en inderdaad, daar in het veld loopt een jonge wolf! Hij is heel speels en springt met rare sprongen door het hoge gras. We maken snel wat foto’s uit het open raam. Iets verderop barst net een geiser uit als we langsrijden. Leuke tocht zo!




We eten een hapje bij de lokale pizzeria. Ik vind het zelf niet zo lekker, maar de rest wel, dus prima. Het gaat in ieder geval lekker snel. We rennen snel tussen ergste regen naar de auto en rijden terug naar de camping. Omdat een zwembad natuurlijk veeeel leuker is dan even douchen, plonst Ronald nog even het (binnen)zwembad in met de kids. De pyjama’s zijn mee, dus zo komen ze weer schoon weer terug en kunnen ze gelijk hun bedden in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten