Na een nacht met veel geworstel met slaapzakken, vestjes als kussens en
benauwdheid worden we gewekt door het vrolijke geloei van koeien. We staan een
beetje duf en rustig op en gaan in het plaatsje op zoek naar iets waar we
kunnen ontbijten. We hadden eigenlijk bij de bakery willen ontbijten, maar die
is dicht op zondag. Uiteindelijk wordt het The Runnings Bears, waar we lang in
de rij moeten wachten. We besluiten ter plekke dat we morgen maar bij de
huisjes gaan ontbijten, want hier gaat te veel tijd in zitten.
Pas over twaalven rijden we Yellowstone NP weer in. Als
eerste op de planning staat het Midway Geyser Basin, waar ook het beroemde
Grand Prismatic Spring ligt. Dat is dat felgekleurde stomende meer dat je vaak
op reclamefoto’s van Yellowstone ziet. Als we aankomen, zien we dat de
parkeerplaatsen al overvol staan. Hele busladingen Japanners worden af en aan
gevoerd. We parkeren een stukje verderop. Via de rivier lopen we richting het
wandelpad, dat uit allerlei bruggetjes en steigers (boardwalks) bestaat.
We lopen eerst naar boven over trappetjes en komen bij een
enorme krater met heel erg blauw, helder water. Het borrelt en pruttelt aan
alle kanten en er komt veel stoom van af. Dan lopen we nog langs een paar hele
mooie poeltjes met gekleurd water. Overal om je heen zie en voel je stoom. Je
ruikt het ook, alles ruikt naar zwavel en rotte eieren.
Dan komen we bij Grand Prismatic Pool. En wow… wat is het
adembenemend, ontzettend, geweldig, oogverblindend (*vul hier een superlatief
naar keuze in) mooi en gaaf!!! Zo veel kleuren, die elke minuut weer anders
lijken. Hier kun je dagenlang foto’s maken, en geeneen foto is dan hetzelfde. We
blijven een hele tijd kijken en foto’s maken. Zelfs de kinderen zijn er
helemaal vol van, zo indrukwekkend. Af en toe komt er een harde windvlaag en
sta je zelf midden tussen de hete stoomwolken. Ronald zegt dat zijn onderbroek
gelijk schoon gestoomd is ;) Als we
verder lopen, komen we aan de andere kant van de krater uit. Daar zie je gelijk
wat het resultaat is van de rukwinden: er liggen heel veel hoedjes in de
krater. Ook zien we twee van de Japanse parapluutjes liggen.
Na een plaspauze (weer van die smerige gaten in de grond)
rijden we verder. Het plan is om richting het noordoosten te rijden, naar
Norris. Onderweg zien we een bordje naar een waterval wijzen. Dat vinden we ook
wel mooi om te zien. We besluiten het kleine stukje naar de waterval te
wandelen. Inderdaad, het uitzicht is mooi. Een mooie brede waterval die door
een ruige kloof klettert.
We besluiten om Norris op het lijstje te zetten voor
overmorgen, dan rijden we er langs als we naar het andere huisje verhuizen. Nu
maken we een laatste stop bij de Artist Paintpots. Dat is een leuke, makkelijke
wandeling van bijna twee kilometer. Eerst lopen we een stukje vlak door het
bos. Dan komen we weer bij boardwalks uit. Die lopen langs allerlei kleine
geisertjes, die spuiten, pruttelen, borrelen, sissen en bubbelen. Een leuk
gezicht.
Verderop moeten we een stuk de berg op klimmen en zie je
alles van bovenaf. Ook daarboven zijn weer allemaal kleine geisers. De kids
vinden het helemaal leuk om steeds naar de volgende put te gaan en te kijken
wat die weer doet. Ze zien heksenketels, soepjes, schetenlaters (zegt Tim) en
moddergooiers. Die laatste is trouwens erg leuk. Dat zijn geiserputten met een
laag grijze, dikke modder er in die ligt te pruttelen. Af en toe wordt er
eentje heel enhousiast en gooit opeens flinke klodders modder de lucht in. De
kinderen moeten er steeds om lachen. Als we ongeveer halverwege zijn, zien we
van een afstandje een hele zwarte lucht op ons af komen. Oh oh! Het laatste
stuk zetten we even de turbo aan, want die bui willen we niet op onze hoofden
hebben! We duiken snel de auto in, maar het onweer breekt pas los als we weer
in het stadje aankomen.
Onderweg praten we net over dat we nog weinig wildlife
hebben gezien, roept Bas opeens: “hee, ik zie een dier! Een soort wolf-hond
ofzo!” We kijken naar buiten, en inderdaad, daar in het veld loopt een jonge
wolf! Hij is heel speels en springt met rare sprongen door het hoge gras. We
maken snel wat foto’s uit het open raam. Iets verderop barst net een geiser uit
als we langsrijden. Leuke tocht zo!
We eten een hapje bij de lokale pizzeria. Ik vind het zelf
niet zo lekker, maar de rest wel, dus prima. Het gaat in ieder geval lekker
snel. We rennen snel tussen ergste regen naar de auto en rijden terug naar de
camping. Omdat een zwembad natuurlijk veeeel leuker is dan even douchen, plonst
Ronald nog even het (binnen)zwembad in met de kids. De pyjama’s zijn mee, dus
zo komen ze weer schoon weer terug en kunnen ze gelijk hun bedden in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten