donderdag 9 februari 2017

Dag 12 – Woensdag 27 juli

Salt Lake City, here we come! Vandaag gaan we de stad bekijken. Maar we beginnen de dag lekker rustig. We spelen nog wat spelletjes in onze kelder en Tim kijkt een film in de ‘bioscoop’, lekker met zijn beentjes omhoog. Omdat we het een beetje eng vinden om met de kids in dit supersjieke en schone huis te eten, gaan we lekker uit ontbijten bij de ihop. Mmmm… french toast en roerei voor mij, met een groot glas jus ‘d orange.

Na het uitgebreide ontbijt, dat we voor de zekerheid maar brunch noemen, vertrekken we richting bezienswaardigheden. Onze eerste stop is het state capitol gebouw. Dat is het gebouw waar de regering van Utah plaatsneemt. Het ligt prachtig in de bergen van de stad. Salt Lake City is sowieso een erg mooie, schone stad met veel groen, veel bloemen en overal uitzicht op die mooie hoge bergen die boven de skyline uittorenen. Het gebouw is nagemaakt van het white house. Niet echt oud, uit 1914, maar toch imposant. We maken foto’s en de kids spelen wat in de heuvels en het gras er omheen.










De volgende stop is temple square. Salt Lake City is de stad van de mormonen. Vele jaren geleden besloot een profeet van de mormonen (ik ben even kwijt wie, sorry…) dat dit het beloofde land was. Ze hebben toen de stad gesticht en nog steeds is het grootste deel van de inwoners mormoons. Er zijn veel tempels in de stad, maar op temple square staat de grootste en meest heilige van allemaal. Het is een mooi gezicht, dit grote lichte gebouw. We zien het al van ver opdoemen. Als we de auto parkeren, is het alweer erg heet, rond de 40 graden. Tijdens het kleine stukje naar het plein lopen, zijn we alweer helemaal oververhit. Gelukkig komen we een snelstromend beekje tegen langs de weg. We strijken er even neer om af te koelen, even onze voetjes in het water. De kinderen vinden het erg leuk. Ze laten steeds ‘bootjes’ van blaadjes naar elkaar toe varen.






Temple square ziet er erg mooi uit, prachtige bloemen, tuinen en bomen zijn er omheen aangeplant. Terwijl we de mooie begroeiing bekijken, komen twee missionarissen op Gerda af. Die ziet er denk ik uit alsof ze makkelijk bekeerd kan worden, want ze trekt ze aan als vliegen op stroop. De ‘sisters’ zijn twee jonge meiden uit Brazilië, die helemaal vol zijn van de liefde die ze voor deze plek voelen. Zo veel liefde voelen ze, dat Gerda en Emma spontaan een innige omhelzing krijgen.  Ronald vreest dat Gerda ze niet meer kwijtraakt, en springt in. ‘We moeten snel gaan, want onze parkeermeter loopt!’ roept hij uit, terwijl hij zijn schoonmoeder meetrekt ;)







Als we weer bij de auto aankomen, hebben we allemaal veel dorst gekregen van de hitte. We verdelen de laatste slokjes water in de auto over ons gezelschap, maar de dorst blijft ongelest. We besluiten te stoppen bij een winkelcentrum. Qua winkels zit er niet veel soeps (de helft staat leeg of is dicht), maar er is wel een foodcourt. We halen heerlijke koele sapjes en smoothies en de jochies scoren nog een happy meal bij de mac (ik snap niet dat ze nog honger hebben).

Na de stop vertrekken we naar het laatste op onze lijst voor vandaag: het zoutmeer waar Salt Lake City haar naam aan te danken heeft. Het meer heeft een gigantische afmeting van 4,400 km2. Het is dus ook typisch iets voor ons, dat we dat hele ding niet kunnen vinden. We rijden een paar keer braaf de richting op waar ons Tomtommie ons heenstuurt. Dat is alleen tot drie keer toe naar een weg waar we niet in mogen rijden. We besluiten een ander soort tommie te volgen. Die lijkt ons wel een goede weg in de sturen. We volgen een tijdje een zandweggetje, tot we bij een bord komen. Oh oh… Ook afgesloten! Dit keer omdat er bepaalde vogels aan het broeden zijn.

We besluiten weer richting de stad te rijden en daar het zoutmeer op te zoeken. Dat staat tenminste ook wat duidelijker op de borden. Het is zelfs een state park. We komen bij een hokje waar wordt gevraagd drie dollar in een envelopje te stoppen en in een kistje te doen. Oke. We stappen de auto uit. Wat ruikt het hier raar! Met z’n allen lopen we richting het schijnbaar oneindige meer. Dichterbij begint het steeds meer te ruiken, zelfs te stinken. Elke stap komen we dichter en dichter bij een steeds toenemende stank. Gatver! Het zoute water zelf stink dus zo. Een beetje een rotte-eieren-lucht.








Het is wel een heel mooi gezicht, hele lange kale vlaktes waar sommige stukken echt helemaal wit zijn van een dikke laag zout, dat knisperend afbreekt als je er op loopt. Dichter bij het water stikt het alleen van de kleine vliegjes. Bas begint al wat te piepen, die vindt het maar niks als er steeds vliegjes op hem zetten. Dan gaan we het stinkende water in. Dat is heet! Niet lauw of een beetje warm, maar echt zo heet dat je je voeten bijna brandt! Heel raar. Het prikt ook aan je voeten en benen.





Ondertussen zwermen er echt honderden van die irritante vliegjes om ons heen. Dat, in combi met het stinkende water en het prikken van je benen, zorgt voor een complete paniekaanval bij Bas. Hij flipt helemaal en kan alleen nog maar gillen in paniek. Gerda en ik nemen hem snel mee terug richting auto. Daar spoelen we zo goed als het gaat het zout en zand van onze voeten af. We zoeken even een rustig plekje in de schaduw en gaan daar een tijdje zitten. Gelukkig komt Bas een beetje bij. Als we in de auto zitten, krijgt hij weer steeds meer praatjes. Maar dit was echt ‘het stomste meer ooit!’ en daar wil hij ‘echt NOOIT meer in!’. Staat genoteerd. Maar we hebben wel mooie foto’s gemaakt.





Ondertussen beginnen de volwassenen juist steeds minder praatjes te krijgen. We zitten namelijk bijna zonder benzine en komen maar geen tankstation tegen! Het aantal kilometers dat we nog kunnen rijden, gaat zorgwekkend snel omlaag. En niet evenredig met het aantal kilometers dat we nog moeten rijden voor een tankstation… Dat lijkt steeds langer te duren. Oei oei oei! Als we onder de tien kilometer komen, slaat te stress echt wel een beetje toe. We moeten nu toch echt tanken! Gelukkig, als we een bocht om slaan, zien we in de verte een tankstation. Pjiewww!! Eindelijk! Met nog maar zes kilomter op de teller gooit Ronald onze bak vol.




Ondertussen heeft Ronald een tentje gevonden om te eten. Een pizza- en pastabuffet dat goed beoordeeld wordt. ‘Real American Pizza’, staat er op de deur, begeleid door veel Amerikaanse vlaggen. Hate to break it to you, buddy, maar pizza’s zijn toch echt Italiaans. Maar goed, we laten het ons smaken. Het is een ideaal tentje voor de kids, die kunnen lekker alles uitproberen en eten flink wat. Het is ook best smakelijk. Op de terugweg rijden we nog even drie rondje (oeps) voor de Starbucks. Dan spoel ik de laatste restjes zout van de kids af en leg ze op bed. Weer tijd om te slapen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten